Deze dingen herken jij als je in de horeca werkt

1. Als het rustig is, verlang je naar wat meer drukte.

2. Vijf minuten later zit opeens het hele restaurant bomvol. Dat is dan net weer te veel van het goede.

3. Soms word je op je lekkere vrije dag gebeld of je toch even kan komen, omdat het ineens gek druk is geworden.

4.  Ja, ik heb je gezien en ik kom eraan, maar er zijn nog vijftien andere wachtenden…

5. Als gasten met zeven man binnenkomen en maar voor vier personen hebben gereserveerd.

6. Pauze? Wat is pauze?

7. De ”Neem er zelf ook een joh” Wanneer je een aantal biertjes brengt aan een groep mannen die het érg naar hun zin hebben.

8. Je bent de enige die afvalt tijdens de feestdagen. Lopen, lopen, lopen.

9. Gasten die net voor sluitingstijd binnenkomen, nét voordat je de tent dicht wilde gooien. It’s gonna be a looooong night.

10. Je ene arm is gespierder dan de ander. Ze noemen het ook wel: je dienbladarm.

11. Gasten die aan een tafel gaan zitten waar duidelijk het bordje gereserveerd op staat..

12. Een grote groep van 18 mensen vinden het leuk om hun koffietje allemaal apart af te rekenen.

13. Kom je met de bestelling bij de tafel aan zijn de gasten vergeten welk gerecht ze hebben besteld… Daar sta je dan met die net iets te warme borden in je handen te wachten. *Anders zet ik ze wel even op tafel*

14. Je hebt altijd gasten die graag een gesprek beginnen, terwijl jij met 6 borden in je handen staat.

15. Het begrip ‘eindtijd’ kennen ze in de horeca niet. Je vriendinnen begrijpen niet als je zegt dat je nog niet weet hoe laat je op het feestje kan zijn. “Je hebt toch wel een eindtijd?”

16. Je hebt minimaal 1x in je leven drank over iemand heen gegooid (de grootste vijand: rode wijn).

17. Naast horecamedewerker ben je ook professioneel fotograaf. ‘Kan je misschien een foto van ons maken? Cheeeeése.’

18. Na een dag werken voelen je voeten alsof je de marathon hebt gelopen.

19. Gasten die denken dat ze behulpzaam zijn door hun afval in het glas te proppen. Doe maar niet.

20. Na een bardienst ruik jij naar een echte bierbrouwerij.

21. Ik heb hier een cola light! Huh? Wanneer je weer eens voor paal staat met een dienblad vol drank bij de verkeerde tafel. Oeps.

22. ‘Ik wil een salade met kip, zonder kip’.

23. Gasten die je willen helpen door de drankjes alvast van je dienblad af te pakken. Alsjeblieft, doe het niet.

24. Als de laatste gasten weg zijn, ben jij nog lang niet klaar. Dan begint het leukste nog (kuch): opruimen, schoonmaken, bijvullen en ga zo maar door.

25. Je hebt een goeie neplach ontwikkeld voor al die ‘leuke’ grappen.

26. Er is niks lekkerder dan na een lange werkdag je schoenen uit te doen en met je benen omhoog op de bank te ploffen.

27. Je sluit je werkdag altijd af met een lekker welverdiend drankje.

Maar je zou voor geen goud je baan inruilen voor een kantoorbaantje. Want stiekem is het eigenlijk wel heel erg leuk.