Zeurende klanten, flirtende mannen, brutale vrouwen en vooral zere voeten. Werken in de horeca is niet altijd een pretje. Het is keihard werken, terwijl jouw klanten lekker aan het ontspannen zijn. Hoewel de fooien lekker zijn en het vaak gezellig is, gaat het leven in de horeca niet altijd over rozen. Deze ergernissen herken jij sowieso als je in de horeca werkt.

1. Je weet nooit wanneer je klaar bent met werken. Het begrip ‘eindtijd’ kennen ze niet in de horeca. Ondertussen blijven je vriendinnen je steeds appen “Weet je nu al hoe laat je klaar bent?”.

2. Als de werkweek voor de meeste mensen eindigt, begint die van jou. Wanneer iemand op vrijdag tegen je zegt “Fijn weekend!” is dat altijd even slikken.

3. Klanten die vijf minuten voor sluitingstijd binnenkomen en vragen “Is het hier altijd zo rustig?”. Terwijl je juist de hele avond jezelf de benen uit het lijf hebt gewerkt.

4. Klanten die nog steeds blijven zitten terwijl jij anderhalf uur geleden de laatste ronde hebt gebracht.

5. Ouders die erop staan dat hun kind van twee jaar oud zijn eigen drinken bestelt. Super schattig natuurlijk. Maar na vier keer proberen weet je nog steeds niet wat ze willen drinken, en er wachten nog zestien andere tafels op je…

6. Klanten die fluiten, in hun vingers knippen of zelf klappen. Je bent geen hondje, oogcontact is genoeg om jouw aandacht te trekken!

7. Geen fooi krijgen van klanten waar jij minstens vier uur lang je stinkende best voor hebt gedaan.

8. Wanneer je eindelijk mag eten heb je ongeveer vier minuten om je bord leeg te eten. Snel eten kan jij onderhand als de beste!

9. Klanten die blijven klagen totdat ze iets gratis krijgen.

10. Soms sta je versteld van de dingen die je vindt in lege koffiekopjes. Stipt op nummer 1: Kauwgom. En ja, dat mag jij er dan uit halen.

11. Klanten die “HEEEUUJ” schreeuwen als jij iets laat vallen.

12. Klanten die zelf hun drinken van het dienblad halen. Het is aardig bedoeld, maar ondertussen ben jij als een gek het dienblad aan het balanceren.

13. Wanneer je met het eten aankomt en er is geen ruimte om de borden neer te zetten. Op de plaats waar het bord moet staan ligt een telefoon, lippenbalsem, een aansteker en drie servetjes. Maar no way dat de klant deze een opzij schuift. Even tot tien tellen dan maar…

14. De ongeduldige klanten die vragen “Waar blijft de friet?” als je met de eerste vier borden aan komt lopen. Ook jij hebt maar twee armen, keep calm!

15. Klanten die je negeren wanneer je iets vraagt. Cola light, anyone?

Beeld: iStock