Elke dag spoken er allerlei gedachtes door ons hoofd. De een denkt wat vaker over dingen in het leven na dan de ander, maar toch zijn er veel dingen die ons bezig houden. Maar die manier van denken, die verschilt per persoon. Je kunt je bijvoorbeeld veel te veel aantrekken van wat mensen zeggen en daar vervolgens uren over piekeren. Of je trekt de conclusie dat je nooit een voldoende krijgt voor je toets, terwijl je helemaal geen redenen hebt om zo te denken. Als jij de volgende dingen herkent, dan ben je waarschijnlijk erg onzeker. Don’t be!
1. Je denkt zwart-wit
In jouw ogen is iets goed of slecht, maar daar tussenin zit voor jou geen grijs gebied. Als iets in jouw hoofd goed is vind je het heel moeilijk om je manier van denken te veranderen. Probeer niet alles als ‘goed’ of ‘fout’ te beschouwen. Sta open voor wat aanpassingen. Stel je bijvoorbeeld voor dat je met een groepje aan een project werkt. Je hebt een idee in je hoofd, maar iemand anders is het er niet mee eens en heeft een ander idee. Probeer dan open te staan voor ideeën van anderen en besef dat niks eigenlijk ‘goed’ of ‘slecht’ is.
2. Je probeert iemands gedachtes in te vullen
“Shit, hij denkt nu vast dat ik echt een heel jaloers type ben…”. Je hoeft maar één ding te zeggen en gelijk heb je spijt: vindt hij me nu raar? Jij trekt je veel aan van wat andere mensen over je denken en daarom probeer je ook als het ware hun gedachtes te lezen. Dit kan ervoor zorger dat jij jezelf hartstikke onzeker maakt, terwijl dat helemaal niet nodig is. Jij kunt nooit invullen wat andere mensen ergens over denken, dus probeer dat ook niet. Kost je een hoop minder gestress.
3. Je geeft mensen etiketten
Jij ziet die ene jongen uit je klas niet als een normale jongen, maar als je het over hem hebt heb je het altijd over ‘die rare gast’. Etiketten op mensen plakken is niet heel aardig, want je beoordeelt iemand zonder dat je diegene echt kent. Dit kan best veel negativiteit met zich mee brengen. Probeer iedereen in zijn/haar waarde te laten en iedereen gelijk te behandelen.
4. Je overdrijft situaties
In je hoofd is alles nog drie keer heftiger dan in werkelijkheid. Ook wanneer je verhalen vertelt, dik je alles nog even aan. Hierdoor maak je jezelf een stuk ongeloofwaardiger. En waarom zou je? Je hoeft je verhaal niet erger of indrukwekkender te maken om het aan mensen te vertellen. Het is gewoon het beste om situaties niet erger te maken dan ze zijn.
5. Je vergelijkt jezelf met anderen
‘Als ik die opleiding had gekozen, dan was ik nu ook in het buitenland geweest…’. Stop met jezelf te vergelijken met anderen. Je weet nooit wat andere mensen hebben meegemaakt voordat ze kwamen waar ze nu zijn. Richt je liever op je eigen leven en maak er het beste van. Jij krijgt ook unieke kansen en dat is voor iedereen zo.
6. Je vindt altijd wat negatiefs
Alles gaat de hele dag goed, totdat de trein voor je neus wegrijdt. Bah, wat een rotdag! Als er één ding misgaat, betekent dat niet gelijk dat je hele dag mis ging. Probeer liever te kijken naar alles wat die dag wel goed is gegaan, in plaats van dat je het van de negatieve kant bekijkt. Als jij positiever bent doet dit namelijk veel goeds voor je humeur.
Bron: yourtango.com, cosmopolitan.com, realsimple.com | Beeld: iStock