1. ‘Je hebt jou zonnebril hier laten liggen! Moet ik hem even naar jouw toebrengen?’
‘Jou’ en ‘jouw’ hebben andere betekenissen. ‘Jouw’ is een bezit (jouw zonnebril), ‘jou’ gaat over een persoon (naar jou toebrengen). Deze fout mag je nooit meer maken!
2. ‘Me kleren zitten in de was’
MIJN kleren. Waarschijnlijk weet je zelf ook wel dat ‘me’ fout is. Gebruik desnoods m’n, maar nooit meer ‘me’.
3. ‘Dat is zowieso/sowiezo/zowiezo goed gegaan’
De variaties op het woord ‘sowieso’ lijken oneindig in het Nederlands. Toch is er maar één goede spelling, en dat is sowieso. Er zit dus geen ‘z’ in!
4. ‘Ik vindt dat heel leuk’
D/T fouten zijn de meest irritante taalfouten die je kunt maken! Toch gaat deze nog onwijs vaak mis. Daarom dé gouden tip: vervang vind(t) met een ander werkwoord zoals lopen of horen. ‘Ik loop’ schrijf je niet met een ‘t’ erachter, dus ‘ik vind’ ook niet. Duidelijk?
5. ‘Ik irriteer mij hieraan’
Ongeveer net zo erg als wij ons hieraan ergeren. Irriteren is géén wederkerend werkwoord, dus je kan je niet ergens aan irriteren. Iets irriteert jou, of je ergert je ergens aan. Maar je kan jezelf dus niet ergens aan irriteren.
6. ‘Het is een vreemde bedoeling’
Oké, het woord ‘bedoeling’ klinkt misschien iets bekender dan ‘bedoening’. Maar toch is iets een vreemde bedoening en geen vreemde bedoeling.
7. ‘Ik heb het aan hun gevraagd’
‘Hun’ is een bezit. Hun schoenen, bijvoorbeeld. Maar je hebt iets aan hen gevraagd. Onthoud deze!
8. ‘Je bent de enigste die dat vindt’
ENIGE! Enigste is geen woord. Je hebt wel het woord enig of enige, maar enigste bestaat niet. Alleen als je het hebt over een ‘enig kind’, wordt af en toe enigst officieel nog geaccepteerd, maar gebruik ‘enigste’ verder dus nooit.
9. ‘Die toets moet ik overnieuw maken’
Ook dit is een van de meest irritante taalfouten ooit. ‘Overnieuw’ is geen woord. Je doet iets over, of je doet iets opnieuw. Maar de samenstelling die hieruit ontstaan is, bestaat niet! Oké, schrijfster Annie M.G. Schmidt gebruikte wel het woord ‘overnieuw’, dus misschien zit het daarom nog in je hoofd. Maar onthoud: officieel mag die niet!
10. ‘Jij bent hier beter in als ik’
Als twee dingen gelijk aan elkaar zijn, gebruik je ‘als’. Maar als er iets groter, kleiner, leuker, grappiger of whatever is, dan is het dus niet gelijk en gebruik je ‘dan‘. Geheugensteuntje om het beter te onthouden: maak de zin helemaal af. Dus: ‘Jij bent hier beter in als ik’, of ‘Jij bent hier beter in dan ik’. Vaak hoor je ‘m dan vanzelf.
Bonustips
Wil jij je uitspraken nu nog nét iets verbeteren? Dan zetten wij nog een aantal extra bonustips voor je op een rijtje.
- Een aantal ‘is’, niet ‘zijn’. Voorbeeld: ‘Een aantal mensen is weggegaan’ en dus niet ‘een aantal mensen zijn weggegaan’. Dit komt omdat je het over ‘een aantal’ hebt, wat enkelvoud is. Ja, zelfs de meest bekende nieuwszenders en tijdschriften doen dit fout.
- Je schrijft ‘te allen tijden’ en dus niet ‘ten alle tijden’. Ook deze gaat nog erg vaak fout.
- Doe je een mededeling? Gebruik dan ‘bij dezen’ en niet ‘bij deze’. Ze worden allebei geaccepteerd, maar ‘bij dezen’ is de officiële term.